056/60.23.17 - 0497/88.40.00 info@accountancyvanneste.be

Het voorontwerp van het Vlaamse decreet houdende hervorming van het verkooprecht en vereenvoudigingen in de registratiebelastingen schaft het renovatie-abattement af. Zijn renoveerbare panden dan geen prioriteit meer voor de Vlaamse regering?!

Op 2 januari 2018 keurde de Vlaamse Regering het voorontwerp van decreet goed dat het verkooprecht zal hervormen en de vereenvoudiging van de registratiebelasting beoogt[1]. De Vlaamse regering wil de nieuwe regeling in werking laten treden op 1 juni 2018. De belangrijkste krachtlijn van de hervorming betreft de afschaffing van het klein beschrijf en de invoering van een vereenvoudigd verlaagd tarief van 7% voor de aankoop van de gezinswoning. De bestaande gunstregimes gaan hierdoor op de schop: niet enkel het abattement en het bij-abattement verdwijnen, maar ook het renovatie-abattement wordt afgeschaft.

 

Doel en kenmerken

Het renovatie-abattement werd vanaf 1 september 2009 ingevoerd ter aanmoediging van het opnieuw in gebruik nemen van nog renoveerbare panden die niet meer worden benut op het moment van aankoop. Meer bepaald gaat het over panden die op het moment van aankoop voor ten hoogste vier jaar geregistreerd zijn als leegstaand, verwaarloosd, ongeschikt of onbewoonbaar[2].

Indien deze panden binnen een termijn van twee jaar na aankoop als hoofdverblijfplaats worden aangewend, heeft de koper recht op een renovatie-abattement van 30.000,00 EUR[3]. Dit abattement houdt in dat aan de koper van dergelijke panden een voetvrijstelling wordt toegekend met betrekking tot de verschuldigde registratiebelasting. De koper verwerft hierdoor een financieel voordeel van 3.000,00 EUR wanneer het gewoon kooptarief van 10% verschuldigd is en een besparing op de verschuldigde registratiebelasting van 1.500,00 EUR wanneer het een pand betreft waarop het tarief van 5% registratiebelasting (‘klein beschrijf’) toepasselijk is.

De voorwaarden om te kunnen genieten als koper van het renovatie-abattement zijn niet dezelfde als de voorwaarden die van toepassing zijn het op gewone abattement en het bij-abattement. Zo komen ook rechtspersonen in aanmerking en is er geen sprake van een uitsluitingsregel bij bezit in hoofde van de koper van de volle eigendom van een ander onroerend goed dat geheel of gedeeltelijk tot bewoning is bestemd. Het renovatie-abattement vormt hierdoor onmiskenbaar een fiscale stimulans om de private woningmarkt te vernieuwen. Ook natuurlijke personen en vennootschappen die als opbrengsteigendom een pand wensen te renoveren om nadien als private woning te verkopen of te verhuren, kunnen immers ook van de maatregel gebruik maken.

Impact van de afschaffing

Met de bedoeling om de belastingplichtige meer rechtszekerheid en transparantie te bieden, schaft het voorontwerp van decreet alle abbattementen af[4]. De Vlaamse Regering acht blijkbaar het voortbestaan van deze abattementen blijkbaar niet langer vereist, vermits de voorwaarden voor de toepassing van het nieuwe verlaagde tarief van 7% door het voorontwerp van decreet worden afgestemd op de voorwaarden die vandaag gelden voor het (gewoon) abattement[5]. De Vlaamse Regering lijkt daarbij te vergeten dat de voorwaarden van het renovatie-abattement niet op dezelfde leest zijn geschoeid als dit gewoon abattement (zie hierboven). Hierdoor ontstaat de indruk dat de renovatie van renoveerbare panden minder een prioriteit voor de Vlaamse Regering zijn geworden?!

[1] Voorontwerp van decreet houdende wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, wat betreft de hervorming van het verkooprecht en vereenvoudigingen in de registratiebelasting, goedgekeurd door de Vlaamse Regering in haar ministerraad van 2 januari 2018 (http://www.vlaanderen.be/nl/vlaamse-regering/beslissingenvlaamseregering (ministerraad van 2 januari 2018) (hierna ‘het voorontwerp van decreet’). Het voorontwerp van decreet is ingediend in het Vlaams Parlement op 17 januari 2018 en doorloopt thans de parlementaire behandelings- en goedkeuringsprocedure.

[2] Art. 2.9.3.0.3 § 2, 1° van de Vlaamse Codex Fiscaliteit.

[3] De aangekochte panden moeten niet noodzakelijk woningen zijn, maar moeten na renovatie wel dienen als woning. Wordt een pand niet tot bewoning aangewend of bestemd op het moment van aankoop, dan beschikt de koper over een termijn van vijf jaar om ervoor te zorgen dat het pand als hoofdverblijfplaats wordt aangewend.

[4] Art. 3, 2° van het voorontwerp van decreet.

[5] Memorie van Toelichting bij het voorontwerp van decreet, p. 3 (VR 2018 0201 DOC.1358/3BIS) (http://www.vlaanderen.be/nl/vlaamse-regering/beslissingenvlaamseregering).